Avis du collège
8 résultats trouvés
2025
Question PréjudicielleQuestion L’article VII.55/2, §3 du Code de droit économique prévoit que : « Toutefois, le prestataire de services de paiement du payeur s'efforce, dans la mesure du raisonnable, de récupérer les fonds engagés dans l'opération de paiement. Le prestataire de services de paiement du bénéficiaire coopère à ces efforts également en communiquant au prestataire de services de paiement du payeur toutes les informations utiles pour récupérer les fonds. Au cas où il n'est pas possible de récupérer les fonds comme prévu au premier alinéa, le prestataire de services de paiement du payeur fournit au payeur, sur demande écrite, toutes les informations dont il dispose et qui présentent un intérêt pour le payeur, afin que celui-ci puisse introduire un recours devant une juridiction pour récupérer les fonds. »Lire plus
2024
Betalingen en betaalrekeningen, Domiciliëring en bestendige opdrachtOp 19 juni 2017 onderschrijft de vader van de klager een verzekeringscontract bij de aankoop van een GSM. Er wordt overeengekomen dat de betaling van de verzekeringspremie zal geschieden via domiciliëring. Daartoe wordt een SEPA-mandaatformulier ondertekend. De algemene voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst bepalen dat het verzekeringscontract wordt aangegaan voor een duur van één jaar. Na het verstrijken van deze termijn wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd, telkens met een jaar. De maximale duur van de overeenkomst bedraagt volgens dezelfde algemene voorwaarden vijf jaar voor eenzelfde verzekerd toestel.Lire plus
Prejudiciële vraagDe financiële ombudsman legt het College de volgende princiepsvraag voor: Moet een CVC2-code – zelfs indien ze pas verkregen kan worden nadat een betaler inlogt in de betaalapplicatie van zijn financiële instelling – beschouwd worden als een kennis- of een bezitselement?Lire plus
Betalingen en betaalrekeningen, Zichtrekening (algemeen), Volmachten op rekeningDe klaagster dient klacht in tegen de bank. De bank weigert een onderhandse volmacht van haar moeder te erkennen waardoor zij niet in plaats van haar moeder haar financiën kan beheren. Zij wou een bepaald bedrag op de spaarrekening van haar moeder investeren in een-termijnrekening van 1 jaar met 3 % rente, naar analogie met de staatsbon. Zij wou dit doen via bank Live omdat dit gemakkelijker is. Zij werkt elke dag tot zeer laat en kan bijgevolg niet tijdens de gebruikelijke kantooruren naar een bankkantoor gaan om dit te regelen.Lire plus
Entreprises-Comptes, Service bancaire de baseLa plainte concerne le refus d’octroi du service bancaire de base (ci-après « SBB ») par la banque après que la Chambre du service bancaire de base (ci-après « CSBB ») ait désigné cette banque pour fournir un SBB à la société plaignante. La société a pour objet statutaire, entre autres, le commerce de gros de minerais et de métaux, y compris l’or.Lire plus
2023
Paiements et comptes de paiements, Opérations à distance, Virements par PC, PhishingLe lundi 3/10/2022, le plaignant a été victime d’une fraude sur ses comptes bancaires et ceux de sa fille mineure pour un montant total de près de 25.000 EUR. Il a entamé la procédure de plainte interne mais malheureusement cette procédure n’a mené à rien. En effet, malgré plusieurs échanges écrits, la banque refuse de lui rembourser la somme détournée et justifie ce refus par l’existence d’une négligence grave dans son chef qui l’exonère de toute intervention.Lire plus
Ondernemingen – Rekeningen -BasisbankdienstDe klager vat zijn klacht bij Ombudsfin als volgt samen: De aanvraag van zijn vennootschap voor een basisbankdienst werd positief beoordeeld door de Basisbankdienstkamer. Een bank werd toegewezen, maar deze weigert, en beroept zich nu op Artikel VII.59/6, §3 WER om dit zonder motivatie te doen. Nochtans komen de cashbetalingen in dit geval uit verhuur van onroerend goed, en zijn ze noodgedwongen grotendeels in contant geld, waardoor ogenschijnlijk geen van de excuses, om een specifieke grond voor de weigering te onthouden, geldig is.Lire plus
2022
Vraag over artikel 55/2, § 3, eerste lid WERDe ombudsman heeft op algemene wijze (als een 'prejudiciële vraagstelling') – zonder koppeling met een concreet dossier noch bepaalde feiten – de volgende juridische vraag aan het College gesteld:Lire plus