Vorige

Hypothecair krediet, fiscale aftrek.

2008.1610

 

THEMA

 

Hypothecair krediet, fiscale aftrek.

 

ADVIES

 

Aanwezig :


De heren A. Van Oevelen, voorzitter;


Mevrouw L-M. Henrion, plaatsvervangend voorzitter


De heren F. de Patoul, P. Drogné, N. Claeys, L. Jansen, W. Van Cauwelaert, C.-G. Winandy, leden.

 

Datum : 19 mei 2009

 

I. DE FEITEN, HET VOORWERP VAN DE BETWISTING EN DE STANDPUNTEN VAN DE PARTIJEN

 

In mei 2005 wendden de verzoekers zich tot de bank voor het aangaan van een lening voor de aankoop van een bouwgrond en het oprichten van een nieuwbouwwoning. Verzoekers zouden een bedrag aan eigen geldmiddelen herinvesteren na verkoop van hun bestaande appartement.

 

De bank adviseerde om twee leningen aan te gaan, één voor de grond en één voor de woning.

 

In hun klachtenbrief aan de Bemiddelingsdienst van 20 augustus 2008 stellen verzoekers dat zij incorrecte informatie hebben gekregen, en dat zij ingevolge de opsplitsing in twee kredieten geen optimale fiscale aftrek kunnen genieten. Zij achten de bank hiervoor verantwoordelijk en vragen een financiële vergoeding voor dit vermeende fiscale verlies.

 

In haar brieven van 9 oktober en van 7 november 2008 en van 16 februari 2009 aan de Bemiddelingsdienst wijst de bank erop dat de fiscale wetgeving in de betrokken periode onduidelijk was: op het ogenblik van de kredietaanvraag was de programmawet van 27/12/2004 (zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31/12/2004) van toepassing. Volgens deze wettekst moest de lening, om in aanmerking te komen voor fiscale aftrek, zijn aangegaan voor het verwerven of het behoud van de enige woning. Bij een gelijktijdige financiering van de bouwgrond en een nieuwbouw bestond de kans tot verwerping door de fiscus. Om zeker te spelen werd daarom geadviseerd het krediet in twee delen te splitsen, zodat de aftrek voor de lening voor de nieuwbouw zeker niet verworpen zou worden door de fiscus.

 

Duidelijkheid kwam er pas eind 2005 via een reparatiewet, dewelke retroactief vanaf 01/01/2005 van toepassing werd gemaakt. Op dat ogenblik, op 27/12/2005 bleek dat de combinatie grond en nieuwbouw wel fiscaal aftrekbaar was.

 

De bank is bijgevolg van oordeel geen fout te hebben gemaakt. Zij heeft geadviseerd, rekening houdende met de op het ogenblik van het advies gekende wetgeving.

 

II. ADVIES VAN HET BEMIDDELINGSCOLLEGE

 

Het Bemiddelingscollege gaat akkoord met de stelling van verzoekers dat de bank de cliënten correct dient te informeren.

 

Anderzijds stelt het College vast, zoals overigens blijkt uit diverse commentaren, dat de wetgeving in de betrokken periode in die mate onduidelijk was, dat adviesverlening voor de betrokken situatie, waarbij de verzoekers nog voor een onbepaalde en onzekere periode eigenaar bleven van een reeds bestaande woning, steeds tot enige onzekerheid aanleiding gaf.

 

Het College kan bijgevolg niet als professionele fout aanrekenen dat de bank, naar haar mening en gelet op deze fiscale onzekerheid, een voor de verzoekers aangepaste oplossing heeft gezocht, die het minste fiscale risico inhield, en voordelig leek qua rentevoet en duurtijd. De bank heeft zich in mei 2005 correct geïnspireerd op de op dat ogenblik voorhanden zijnde wetteksten. Haar kan moeilijk worden verweten geen rekening te hebben gehouden met een latere aanpassing van deze wettekst, ook al werd deze aanpassing retroactief ingevoerd.

 

III. BESLUIT

 

De klacht van verzoekers is ontvankelijk maar niet gegrond.

 

Het Bemiddelingscollege raadt verzoekers aan om, gelet op de langdurige fiscale onzekerheid tussen einde 2004 en einde 2005, een oplossing voor het fiscale probleem te betrachten bij de Bemiddelingsdienst van Financiën of de Federale Ombudsdienst, op volgend adres :

 

De Heer Guido Schuermans
Federale Ombudsman
Hertogsstraat 43
1000 Brussel
Tel.: 0800/999 62 - 02/289 27 27 Fax: 02/289 27 28
E-mail: info@federaalombudsman.be
www.federaalombudsman.be